Heros’ standpunt

“Van afval naar grondstof: circulair hergebruik van metalen en mineralen uit AEC-bodemas”

De circulaire toepassing van AEC-bodemas

In Nederland verbranden we jaarlijks miljoenen tonnen afval in 12 afvalenergiecentrales (AEC’s), waarbij duurzame warmte en elektriciteit worden opgewekt voor de gebouwde omgeving en omliggende industrie. Uit het verbrandingsproces blijft 1,8 miljoen ton AEC-bodemas over. De hoeveelheid en kwaliteit worden mede bepaald door ons consumptiegedrag en de bronscheiding door 18 miljoen Nederlanders.

Moderne verwerkers zoals Heros Sluiskil winnen uit deze 1,8 miljoen ton AEC-bodemas jaarlijks circa 105.000 ton ijzer, 25.000 ton aluminium en 10.000 ton koper terug. Dit staat gelijk aan 13.125 km vangrails langs onze wegen, 1,67 miljard drankblikjes (meer dan de helft van het jaarlijkse verbruik in Nederland) of 333.000 accupakketten voor elektrische auto’s (driemaal het aantal elektrische auto's dat jaarlijks in Nederland verkocht wordt).

Daarnaast wordt het resterende mineraal (1,4 miljoen ton per jaar) gebruikt als vervanger van zand en grind in betonproducten, als fundatie onder bedrijfsterreinen en als bouwstof onder of langs onze wegen. Nederland zet hiermee binnen Europa de toon voor een duurzaam en veilig hergebruik van metalen en mineralen uit AEC-bodemas.

Bedreiging voor het Nederlandse investeringsklimaat

Door inconsistent en tegenstrijdig overheidsbeleid dreigt Nederland zijn positie als koploper in de circulaire economie te verliezen. De Rijksoverheid is voornemens binnen twee jaar een gebod te lanceren op het integraal wassen van AEC-bodemas. Dit zou de zorgvuldig opgebouwde toepassing in betonproducten en als fundatie onmogelijk maken, terwijl de toekomstige kwaliteitscriteria voor hergebruik als gewassen bouwstof onbekend zijn.

Daar waar de Rijksoverheid grossiert in overtrokken doelstellingen met een gebod, verbieden lokale overheden in toenemende mate de toepassing in welke vorm ook. Hierdoor werkt het overheidsbeleid zichzelf volledig tegen en verdwijnt ieder handelingsperspectief naar de toekomst. Het zal leiden tot het onbepaald uitstellen van industriële investeringen op het gebied van verduurzaming van het Nederlandse ondernemingsklimaat en zal het concurrentievermogen direct schaden. Tegelijkertijd stijgen de exportvolumes van ruwe en opgewerkte bodemas, waardoor Nederland dreigt afhankelijk te worden van het buitenland voor de verwerking van zijn eigen afval.

Heros Sluiskil illustreert deze problematiek exemplarisch. Als grootste verwerker in Nederland met 1,1 miljoen ton verwerkte AEC-bodemas in 2024, zijn liefst zeven van de twaalf Nederlandse afvalenergiecentrales voor de verwerking van hun bodemas afhankelijk van Heros. Het 55 ha grote Eco Park Terneuzen geldt wereldwijd als dé referentie voor de verwerking van AEC-bodemas, niet alleen door zijn omvang maar ook door de unieke verzameling van technische oplossingen die uitgegroeid zijn tot de standaard.

Twee jaar geleden kreeg Heros van haar enige aandeelhouder Remex GmbH de goedkeuring om over een periode van drie jaar €110 miljoen te investeren in het moderniseren, uitbreiden en vervangen van installaties. Hieronder valt ook de bouw van een unieke statisch-dynamische wasfabriek voor het jaarlijks wassen van 600.000 ton AEC-bodemas, boven op de bestaande wascapaciteit van 250.000 ton. De engineering is bijna afgerond en de nodige vergunningsaanvragen liggen in concept voor, maar door de huidige beleidsinconsistentie is besloten de investering voor onbepaalde tijd uit te stellen.

Wassen is niet hetzelfde als veilig

Hoewel het integraal wassen van AEC-bodemas een schoon en veilig mineraal eindproduct suggereert, wil dat in de praktijk wel eens anders uitdraaien. De zogenaamde beginkwaliteit van AEC-bodemas zoals die bij de afvalenergiecentrales ontstaat kan heel erg verschillen. Dit varieert per centrale op basis van de zich wijzigende afvalmix, maar ook tussen de centrales onderling.

Uitvoerig onderzoek toont gemiddeld genomen een verslechtering van de kwaliteit aan, waardoor de belofte om onder alle omstandigheden een schoon en veilig mineraal eindproduct te produceren faalt. Geïsoleerde incidenten met gewassen AEC-bodemas, bevestigen de terechte kwetsbaarheid van dergelijke belofte en werpen onterecht een schaduw over de hele keten. Daardoor is er onvoldoende marktacceptatie voor 1,4 miljoen ton gewassen AEC-bodemas als bouwstof.

Wassen kent een aanzienlijke maatschappelijke kostenpost: Honderdduizenden tonnen verontreinigd slib dat gestort moet worden, terwijl er in nationaal beleid een moratorium op stort is vastgelegd.

Het voornemen binnen twee jaar een gebod te lanceren op het integraal wassen is een volledig onrealistische tijdslijn: De ontbrekende industriële wascapaciteit kan onmogelijk geïnvesteerd en ontwikkeld worden binnen twee jaar.

Wat is nodig?

Uiterlijk voor het einde van dit jaar is een realistischer en betrouwbaarder handelingsperspectief vereist. De Rijksoverheid moet de bestaande knelpunten in de afzet van AEC-bodemas oplossen en daarbij samenwerken met de sector en lagere overheden.

Het onbepaald uitstellen van deze en andere industriële investeringen op het gebied van verduurzaming komt het ondernemingsklimaat en concurrentievermogen van Nederland niet ten goede. Om ervoor te zorgen dat Nederland zijn koppositie in de circulaire economie kan behouden en versterken, vragen wij ondersteuning op de volgende punten:

  1. Flexibel beleid dat selectief wassen ondersteunt in plaats van een alles-of-niets-benadering die de praktijk niet dient.

  2. Behoud van bestaande toepassingen in betonproducten en fundaties om continuïteit in de keten te waarborgen.

  3. Realistische overgangsperiodes voor het investeren in en ontwikkelen van nieuwe technieken en marktvraag.

  4. Consistent nationaal beleid dat lokale overheden stuurt in het toestaan van secundaire bouwstoffen, om de huidige tegenstrijdigheid tussen geboden en verboden op te heffen.

  5. Investeringszekerheid om cruciale verduurzamingsprojecten zoals de nieuwe statisch-dynamische wasfabriek van Heros met 600.000 ton capaciteit eindelijk te kunnen realiseren.

Volgende
Volgende

Samenwerking met Gemeente Terneuzen